In Memoriam P. August Gerolf Bral
Passionist
Pater Gerolf August Bral, werd geboren te Aalter op 7 mei 1925, als zesde in een gezin van vijftien kinderen. Zestig jaar geleden deed hij als Passionist, te Kruishoutem, zijn religieuze geloften.
In 1952 werd hij te Luik priester gewijd.
Van 1953 tot 1962 was hij leraar, onderdirecteur en directeur in Natoye. Na een pastorale herscholing te Wittem (NL), wijdde hij zich vanaf 1963 intens aan pastorale opdrachten: aan de predidatie, speciaal van retraites volksmissies en geloofsdagen. Een opmerkelijk missionaris was hij.
Gedurende 42 jaar, wijdde hij zich aan de wijkpastoraal op de Marolle/Kruishoutem, waar zijn aandacht vooral uitging naar de Chiro, de jeugdraad, de catechese en het zangkoor. Velen hebben hem gekend als een bezield en mobiliserend herder.
Vanaf 1965 engageerde hij zich voor de marginalen in de maatschappij, en werd hij ook medeverantwoordelijke voor verschillende tehuizen: voor verlaten kinderen (te Froyennes), daklozen en ex-gevangenen (te Marchienne-au-Pont), mishandelde vrouwen en kinderen (te Raismes, Frankrijk), en de straatkinderen van Roemenië.
Ziekten en diepe rouw werden P. Gerolf niet gespaard. Maar hij bleef overeind, en bleef onstuitbaar in de weer. Tot hij, op 5 januari, in een verkeersongeval bijna dodelijke gekwetst werd. Meer dan negen maanden hebben wij hem nog in ons midden gehad, in het Academisch Ziekenhuis te Gent, en in het Woon- en Zorgcentrum Heilig Hart te Kortrijk, waar hem uitstekende zorgen verleend werden. Velen van u hebben gedeeld in de machteloosheid, met soms een straaltje hoop.
Uitgeput is hij dan overleden op 7 oktober 2004. Niemand weet wat deze negen lange maanden voor hem betekend kunnen hebben, noch dat onvermogen om te communiceren met hen die hem met zorg en liefde omringden.
In een indrukwekkende uitvaardienst in de parochiekerk van Kruishoutem hebben wij van hem afscheid genomen op 14 oktober 2004. Begraven werd hij op het kerkhof aldaar, waarheem ook zijn beiden overleden broers, P. Achiel en P. Leander, eerlang worden overgebracht vanaf de begraafplaats van het vroegere klooster.
- en eens zullen velen weten hoezeer deze mens van mensen heeft gehouden en hoe zijn hart vol was van mededogen voor de armste, de kleinste en de zwakste
- en eens zullen velen weten hoezeer deze mens vol was van Gods Woord, en hoe hij dat Woord heeft gediend met de overtuiging die hem eigen was
- en eens zullen velen weten hoezeer deze mens de mensen van de Marolle heeft gediend en bezocht, hoe hij alles koesterde wat ze mar nodig mochten hebben
- en eens zullen velen weten hoezeer deze mens over de grenzen is gegaan om te bemoedigen en te ondersteunen vele mensen die berooid in het leven stonden
- en eens zal pater Gerolf weten hoezeer God van hem hield, en hoe zijn leven nu in volle tooi staat in dat andere land dat zijn hemel zal zijn.
Zoals medestichter Pater Gerolf altijd zei: “ We doen stilletjes voort”.
HOMILIE UITVAARTDIENST P. GEROLF AUGUST BRAL
Kruishoutem 14 oktober 2004
Hoe dikwijls heeft pater Gerolf ons niet gezegd : als ik sterf geen uitvaart, maar een invaart! Dat is een echo van een woord van Theresia van Lisieux : “je ne meurs pas, je entre dans la vie”. Het is alsof wij vandaag uitgenodigd worden om met hem mee te gaan op zijn invaart. En als Gerolf uitnodigde was dat dringend, zoals alles bij hem altijd dringend was. Hij moest altijd dringend ergens naartoe. Alleen in de laatste maanden kon het niet meer dringend gebeuren. Hij moest het aanzien dat hij die altijd met spoed werkte, in de spoedopname terecht kwam en maandenlang moest wachten en starten naar de dood. Een pijnlijke tijd om nooit te vergeten. Of misschien precies een tijd om vlug te vergeten, want dat was Gerolf niet. Dat werd hem aangedaan. Dat past niet bij hem.
Deze mens was actief, soms hyperactief, steeds op wet, steeds op weg naar mensen, steeds op weg naar de volgende preek, steeds op weg naar de volgende vergadering, steeds op weg naar het volgende ziekenbezoek, steeds op weg naar een jeugdkamp, steeds op weg naar een jarige of een stervende, steeds op weg naar één van zijn drie tehuizen, steeds op weg naar Roemenië.
En deze weg gaat nu door. Naar een land waar alle tranen worden gedroogd, waar alle verdriet geleden is. Gerolf is nu voorgoed over het lijden heen. Hij is overleden. Hij is aan zijn invaart begonnen. En het is alsof hij ons influistert : als ik sterf, mag je niet treuren als mensen die geen hoop hebben. Je mag me enkel nawuiven en uitwuiven, want ik ga mijn weg.
Dat willen wij vandaag ook doen. Wij wuiven hem uit met zijn medebroeders, met zijn familie hem zo dierbaars was, met zijn loyale vrienden van de Missieconferentie en van Roeach. Wij wuiven hem uit met alle mensen van de Marolle : al deze mensen hebben een vriend verloren, een vader en een broer, een leider en een voorganger, een animator en een trooster; Hij was hun ereburger ! Wij wuiven hem uit met al zijn lievelingskinderen van Froyennes van Marchienne-au-Pont en Valenciennes. Ik zie ze in deze kerk wuiven met betraande ogen en met veel dankbaar verdriet in hun hart. En ik zie ze in de verte meewuiven, de zusters en de kinderen van Roemenië. Zij zullen hem nooit vergeten, omdat zij vandaag mogen wonen in huizen die hij voor hem heeft gebouwd. Wat heeft hij voor hen gebedeld – opdat ze leven zouden hebben en leven in overvloed.
Ga dan Gerolf: je was een echte passionist, een mens die winst hoe zwaar het kruis kan zijn. Voor velen was je een Simon van Cyrene, een helper die droeg wat voor anderen te zwaar om dragen was.
Ga dan, koordirigent, en zing het nieuw lied.
A Dieu.
Frans De Maeseneer
Redemptorist